Werkwoorden vervoegen

1,00

 

Beschrijving

De leerlingen oefenen het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

  • Om te beslissen wie er begint, wordt er met de dobbelsteen gegooid.
    De leerling met het hoogste cijfer mag beginnen.
  • Wanneer de leerling op een werkwoord komt, trekt hij/zij een kaartje. Hierop staat het onderwerp.
    De leerling noteert het onderwerp en de juiste vervoeging van het werkwoord op een whiteboard.
    Bijvoorbeeld: ‘doven’ + de juf –> de juf dooft

Extra informatie

leerjaar

Onderwerp

Spelling, Taal

type